MIRROR MIRROR MAGAZINE

View Original

ELLIS FAAS (1962-2020)

Twee keer mocht ik de deze week overleden Ellis Faas interviewen. De laatste keer was vijf jaar geleden voor het eerste nummer van Mirror Mirror magazine. Ik had de beste make-upartiest van Nederland benaderd voor een shoot. Ellis wilde, op voorwaarde dat ze ook zelf mocht fotograferen. Graag, het was een eer.

Het werd een unieke, wonderschone shoot, een ode aan haar held Serge Lutens, wiens make-upskills ze voor het eerst had opgemerkt toen ze een jaar of twaalf was en Lutens nog werkte voor Dior. Vriendinnetjes die vanaf dat moment bij haar langskwamen maakte ze op á la Lutens. Ze vertelde: “Het zag er niet uit, maar wat telt is de poging toch?”

Natuurlijk probeerde ze ook zelf de mysterieuze Lutens-looks uit. In de loop van de (punk) jaren tachtig ging ze helemaal los met make-up en ontwikkelde een eigen stijl. Een hang naar luguber en bloederige kleuren was haar niet vreemd. Wat ze verklaarde doordat ze was opgeleid in special effects make-up.

Het andere interview vond plaats in 2011. De aanleiding was Ellis Faas Cosmetics, het merk onder haar eigen naam dat ze twee jaar eerder had gelanceerd.

Ik maakt kennis met een supertalent dat internationaal haar sporen ruimschoots had verdiend.  Ze sprak openhartig over haar visie en werk. Ze deed dat met een eigenzinnigheid en standvastigheid waarmee ze velen inspireerde, ook mij, om te allen tijden je hart te volgen. Vechten hoort daarbij.

De onovertroffen glamourfoto’s bij dit artikel zijn dit voorjaar geschoten voor Mirror Mirror magazine. Op verzoek van haar goede vriend Fritz Kok verzorgde Ellis nog een keer de make-up.

INTERVIEW ELLIS FAAS VOOR HET FINANCEEELE DAGBLAD UIT 2011

“Ze is dwars”, zegt visagist Sandra Govers, en “ze haat modeseizoenen”,  zegt salesmanager Eric Jonkers. ‘Ze’ is de eigenzinnige Ellis Faas (48). Twee jaar geleden lanceerde Faas onder haar eigen naam een innovatieve beautylijn. Daarvoor werkte ze als make-upartist, een hip woord voor visagist, voor topmodemerken als Chanel, Lanvin, Armani, Dries Van Noten en Dolce Gabbana. De Parijse Vogue riep haar uit tot meest veelbelovende visagist van haar generatie.

Van 2002 tot 2005 was Faas in dienst bij beautygigant L’Oréal, voor een van hun labels, Biotherm, ontwierp ze een make-uplijn Skin Loving Colors. Een prestigieuze klus. Niet alles bleek mogelijk bij het grote concern. Dat ze bijvoorbeeld geen duurdere kleurpigmenten mocht gebruiken vond Faas best frustrerend. Toen haar vijfjarige L’Oréal contract afliep, stortte ze zich op wat ze al langer wilde: een eigen beautymerk. Een marktonderzoek was niet nodig, zegt Eric Jonkers. “Na een carrière van 25 jaar in de make-up wist Ellis wel hoe de markt in elkaar zit.”

Ellis Faas voor MIRROR MIRROR magazine #10 Foto: Fritz Kok

Haar goede vriend Eric Jonkers werd aandeelhouder van het bedrijf, samen met een investeerder en Thijs Faas, Ellis’ broer, die haar agent was toen Faas werkte als freelance visagist. “Als hij dat niet wilde doen, dan was ik er niet aanbegonnen,” zegt Ellis Faas. Tien man personeel werken nu bij het beautylabel dat Faas “klein en kneuterig” noemt. Toch telt het wereldwijd 125 verkooppunten. Groeimarkten zijn Azië en Amerika waar Ellis Faas in het chique warenhuis Bergdorf Goodman een eigen counter heeft. In Duitsland ligt de make-uplijn bij de Douglas-keten, in de luxe vestingen, niet in de op de massamarkt gerichte zaken. “Ellis Faas is een niche-merk”, legt Jonkers uit. “We verkopen daarom vooral aan kleine ketens – zoals Mecca in Australië en Space NK, gespecialiseerd in nichemerken, waar het personeel is getraind om producten toe te lichten.”

Toelichting is nodig. Neem alleen al de unieke verpakking die Ellis Faas baseerde op een pistool. Alle make-up - van lipstick, mascara, oogschaduw, blush tot foundation -  is vloeibaar en zit in zilverkleurige pennen die lijken op kogels. Deze ‘kogels’ worden bewaard in een magazijn, net als bij een pistool.

Even innovatief is het concept achter de kleuren van de make-up. “Iedereen heeft dezelfde kleur bloed, of je nou donker bent of blank”, zegt Faas. “Daarom is bloed, maar ook andere kleuren die van nature in het menselijk lichaam zitten mijn uitgangspunt. Die kleuren passen automatische bij elke huidskleur.” Overigens was het namaken van diverse bloedtinten – oud bloed, vers bloed - een hels karwei. Faas probeerde het tevergeefs voor Biotherm. Een lipstick die ze toen maakte oogde wel rood op de lippen, maar vanwege de hoge dosis pigment zag de stift er onaantrekkelijk zwart uit. Voor haar eigen label experimenteerde ze net zo lang tot ze de oplossing vond in vloeibare make-up.

“Als visagist voor modeshows was Ellis altijd haar eigen kleuren aan het mengen”, zegt Sandra Govers (35). “Ellis wilde haar eigen lijn uitbrengen omdat ze kleuren miste.” Govers assisteerde Faas jarenlang bij fotoshoots en modeshows en noemt haar de meest oorspronkelijke visagist die ze kent. “Telkens als we samenwerkten verbaasde ze me weer. Make-up bouwt ze op in verschillende lagen en ze is bijzonder goed met highlights, bijvoorbeeld in het opmaken van een oog met 3D-effect, dat ze creëerde door het aanbrengen van lichtpunten.”

Ellis Faas voor MIRROR MIRROR Magazine. Fotografie Fritz Kok #10 2020

De fascinatie voor make-up werd bij Ellis Faas aangezwengeld toen ze als zeventienjarige tiener een schriftelijke fotografiecursus volgde, met als thema narcisme. Voor de foto’s veranderde ze zichzelf steeds met make-up. “Eigenlijk maakte ik de fotografie interessanter met make-up, de make-up nam het over.”

Na een korte avondopleiding aan de visagistenschool van Dik Peeters, wist Faas zeker dat ze verder wilde met make-up. Haar ouders - vader Faas was journalist, moeder huisvrouw – lieten haar vrij in haar beroepskeus, maar model worden mocht niet, dat was te oppervlakkig. “Make-up was prima, ze zagen mijn drive, dat het voor mij verder ging dan iemand mooi maken.”

De fijne kneepjes leerde Faas in Parijs, op een special effects-opleiding die een jaar duurde. Een geweldige tijd, vond Faas. “De opleiding was als faire la cuisine – koken, en dan verder kijken dan de bekende recepten, improviseren, en brinta gebruiken voor een bepaald effect.”

Na de opleiding keerde Faas terug naar Nederland, en deed make-up voor  modeshoots. Dat beviel niet. Faas vond het modewereldje vals, met veel geroddel en blasé types die neerkeken op mensen als ze er niet hip genoeg uitzagen. “Nooit respecteerden ze het unieke van mensen.”

Geld verdienen met iets wat ze leuk vond, was een gevecht. Wel inspirerend vond ze de samenwerking met fotograaf Inez van Lamsweerde, “Dat was kunst, geen mode.”

In 1999 kwam voor Faas de grote ommekeer nadat Mario Testino haar Parijse boek met special effects had gezien, en de topmodefotograaf haar benaderde voor een Vogue modeshoot. Oh, dacht Faas, moet ik weer werken in de modewereld. Ze had er aanvankelijk totaal geen zin in. Tot ze Testino ontmoette, het klikte. Door hem leerde ze dat mensen aan de top helemaal niet vals zijn. “Integendeel, ze halen inspiratie uit anderen, in plaats van op ze neer te kijken.”

Na de klus met Testino, belde de Franse Vogue en benaderde Karl Lagerfeld haar voor een Fendi show, en vervolgens voor Chanel. Het was een startschot voor “het gekke leven”, met twee keer per jaar make-up modeshows in Parijs, Milaan en New York, en daarnaast “honderdduizend” fotoshoots voor bladen, en dat jaar in jaar uit.

Sandra Govers:  “Ellis had de top bereikt, en daarvoor hard geknokt, niet met ellebogen, maar puur op talent door het maken van heel veel mooi werk, en zwaar gefocust zijn. Ze leefde het leven van een rockster, was altijd onderweg, kreeg fanmail, zelfs een geparfumeerde brief uit China van een meisje dat vroeg of ze haar eens mocht assisteren, dat mocht. Ellis is ook een aardig en bijzonder mens.”

“Ik een rockster? Haha. Ja het klopt, ik was altijd op reis, wist soms niet meer waar ik was.” Over fanmail: “Ja, ik heb fans”, lacht ze besmuikt. “Maar dat is alleen in het wereldje hè. Op straat herkent niemand mij. Ik ben geen BN’er als Leco van Zadelhoff, ik werk veel liever achter de schermen.”

Het hectische visagisten leven is definitief voorbij. Faas is er niet rouwig om. Slechts een enkele keer doet ze nog een show, zoals onlangs voor Karl Lagerfeld uit nostalgie, of voor het Nederlandse G-star voor de lol.

Ellis Faas geniet van het autonoom zijn, en dat ze niet meer hoeft te reizen naar Lutjebroek, nou ja New York dan. En wat haar betreft is de cirkel rond. Ze doet tegenwoordig weer hetzelfde als toen ze zeventien was: fotograferen. “Zo nu en dan nodig ik een model uit, en ga zitten fröbelen. Zo prettig.”

Ellis Faas voor MIRROR MIRROR Magazine #10 2020

Dit najaar voegt ze enkele nieuwe producten toe aan haar make-uplijn, waaronder eyeliners en iets voor de wenkbrauwen. Aan mascara’s die nóg langere wimpers beloven doet ze niet, evenmin vervangt ze ‘oude’ kleuren door hippere. “Want wil dat zeggen dat mijn vorige roze eigenlijk bagger was? Mijn kleurenverhaal is geen trendding, het gaat niet om het nieuwste glimmertje. Ik gooi niet zomaar dingen uit mijn collectie, daar kan ik niet tegen.”

Het merk Ellis Faas is nu ruim twee jaar globaal verkrijgbaar. “We zijn door de beginfase heen, sterk en trots.” Tegenslag was er ook, zoals de productie van de zilveren kogelpen ( de verpakking) en de communicatie met fabrieken. “Dat is een hel geweest, vreselijk. Die verpakking was natuurlijk iets nieuws. Als we nu een lipstick moeten bijbestellen doen we dat drie maanden van te voren.”

Als hot jong merk krijgt Ellis Faas momenteel veel aandacht van serieuze buitenlandse investeringsmaatschappijen. “Dat komt goed uit”, zegt salesmanager Eric Jonkers, “Het wordt tijd om een eigen verkooporganisatie opzetten in Amerika.” Ellis Faas: “Er wordt aan onze deur gekrabbeld. We bevinden ons nu in de luisterfase, luisteren kan geen kwaad. Laat maar komen die investeerders.”

  Fotografie: Fritz Kok

Make-up Ellis Faas @ellisfaascosmetics

Haar: Ilham Mestour

Styling Jody Van Geert

 Mirror Mirror #10 bestellen kan via mirror-mirror.nl/shop. Mirror Mirror #1 is uitverkocht.