MIRROR MIRROR MAGAZINE

View Original

“Het aller-engste was het idee dat ik nooit meer beter zou worden, dat ik gek was”

Dat die fantastische modewereld ook verwoestend kan zijn merkte de Belgische fotograaf Giel Domen van DOMEN/ VAN DE VELDE. Vier jaar geleden werd hij getroffen door een heftige burn-out. Door het vertellen van zijn verhaal wil hij een taboe doorbreken. “Als je in België zegt dat je een burn-out  hebt, dan word je uitgelachen.”

“Zo’n vier jaar geleden kreeg ik last van intense paniekaanvallen. Mijn eerste aanval was in Parijs, ik heb letterlijk de straat bijeen geschreeuwd om hulp omdat ik overtuigd was dat ik doodging. Zo heftig. Het voelde alsof ik elk moment kon doodvallen, dat ik een herseninfarct kreeg, mijn hartslag schoot omhoog, mijn lichaam gaf vreemde signalen, van tintelen tot duizelen. Ik hyperventileerde.

In de jaren die volgden liep ik weg uit meetings en shoots met paniek in mijn lijf. Ik durfde er niet voor uit te komen dat ik angst had, omdat ik het zelf niet snapte, immers van huis uit ben ik een heel sociaal persoon. Opeens was dat allemaal weg. Er waren momenten dat ik dacht, ik stop met fotografie.

De paniekaanvallen begonnen toen ik en Kenneth Van De Velde, tien jaar mijn partner in werk en leven, als ambitieus fotografenduo van België naar Amsterdam verhuisden. Onze beginjaren in Nederland waren niet gemakkelijk, we hadden het idee dat we in een bepaalde richting moesten gaan werken die niet bij ons paste. Zo voelde ik het en ik denk dat de paniekaanvallen hier uit voort kwamen.

Toen de aanvallen in hevigheid toenamen heb ik geprobeerd ze in toom te houden door het gebruik van alternatieve geneesmiddelen. Toen ik op vakantie ging zonder medicijnen ben ik helemaal losgeslagen. Terug in het vliegtuig naar huis kreeg ik een zware paniekaanval. Toen we landden kon ik niet meer staan en ben ik het vliegtuig uitgedragen. Dat was het punt dat ik professionele hulp ben gaan zoeken.

Ik ben veel huisartsen afgegaan, maar iets zorgwekkends werd niet gevonden. Ik bleef kampen met onverklaarbare verschijnselen en een enorme hypochondrie en dacht dat ik allemaal dodelijke en of geestelijke ziektes had. Ik ben in die tijd enorm aangekomen, zo’n zestig kilo. Waarschijnlijk ontwikkelde ik hierdoor ook depressieve gevoelens. Uiteindelijk heeft een dokter mij doorverwezen naar een psycholoog getraind in mindfulness en meditatietechnieken. Tijdens het eerste gesprek kreeg ik een paniekaanval. De psycholoog zei ‘de angst waarmee jij reflecteert op mij kan ik niet behandelen’.

Ik werd doorverwezen naar een psychiater. Het aller-engste in die tijd was het idee dat ik nooit meer beter zou worden. Mijn lichaam en geest waren veranderd. Ik zei letterlijk tegen mensen de oude Giel is gestorven er is nu een nieuwe, wen daar maar aan. Ook nadenken voelde in die tijd raar, alsof ik in een andere wereld zat, alsof er een vlies over mijn hersens zat. Voor mijn gevoel was ik de greep op de realiteit verloren.

Volgens de psychiater waren er geen signalen die wezen op een psychische aandoening. Hij vertelde dat ik een gegeneraliseerde angststoornis (GAS) had ontwikkeld waardoor ik niet meer kon functioneren. Ik kreeg hiervoor medicatie. Als creatief vond ik dat eng, ik wilde absoluut niet afgevlakt worden in mijn gevoelens.

De dokter koos voor een van de lichtste medicaties. Het bleek een redmiddel, maar omdat we voor ons werk veel reisden ontdekte ik dat mijn medicijn, een antidepressief, in sommige landen niet was toegestaan, waardoor ik op luchthavens opnieuw stress kreeg , ondanks dat ik een officieel doktersvoorschrift op zak had.

Toen in het voorjaar de pandemie uitbrak en we door de lockdown niet konden werken ben ik na tweeënhalve jaar gestopt met de medicijnen. Op dat moment begon ik weer te voelen, te dromen, ik kreeg prikkels, dingen die ik jaren niet gevoeld had. Ik besefte dat het medicijn mijn gevoelens wel degelijk keihard had afgevlakt, voor wel zestig procent, al had ik soms nog wel artistieke buien.

Op het moment dat ik me beter begon te voelen, en 46 kilo afviel, moest ik denken aan mijn tienertijd, ik had toen een nierziekte waardoor mijn lichaam water vasthield. Dankzij medicatie werd ik weer slank. Op straat sprak een fotografiestudent mij aan met de vraag of hij mij mocht fotograferen. De foto’s kwamen terecht bij een modellenbureau en twee weken later liep ik shows in Parijs tijdens de fashionweek. Dat voelde als een onrealistische ommezwaai: van ongelukkig ziek dikkertje tot model die shows loopt voor Dries Van Noten en Jil Sander.

Het was ook een moment dat ik dacht ‘oké ik ben echt wel de moeite waard, een mooi mens, iemand die iets kan betekenen voor de wereld’. Zo ontstond de drive om iets creatiefs te doen en rolde ik in de fotografie en ontwikkelde ik met Kenneth een uitgesproken stijl.

Ik ben zeer ambitieus, wil altijd hoger, hoger en hoger. Het gevaar dat hierin schuilt is dat je niet beseft wat je allemaal al hebt bereikt. Anna Wintour heeft laten weten dat ze ons werk geweldig vindt. Als we lezingen geven op scholen merken we dat er studenten zijn die tegen ons opkijken. Toch -  zonder te klagen  - we hebben veel werk, voelt het alsof we de laatste jaren tegen een plafond duwen.

Terugkijkend op mijn burn-outtijd en angstaanvallen, kwam ik tot het inzicht dat alles een reactie was op de harde modewereld waarin amper wordt gecommuniceerd als een opdracht niet doorgaat of een shoot wordt afgewezen. Dat je dicht bij grote opdrachten staat, die nét niet doorgaan maar niet snapt waarom niet. Het gevoel dat je werk niet door iedereen begrepen wordt. Ik kan me goed voorstellen dat andere creatieven daar ook mee kampen. Dat is heel zwaar.

Toen het heel slecht met mij ging adviseerden vrienden dat ik er niet over moest praten omdat mensen dan rare dingen over me zouden gaan denken. Maar op een dag las ik in een Belgische krant een artikel over paniekaanvallen. Nadat ik dat had gedeeld via sociale media met het commentaar dat ik wist hoe dat voelt en dat het een van de ergste dingen is die iemand kan meemaken, kreeg ik veel reacties van mensen die hier ook last van hadden. Mensen vroegen hoe ik beter was geworden. Ik begrijp die vraag want als dit je overkomt denk je nooit meer beter te worden, maar dat kan wél. Het duurt alleen lang voordat je progressie ziet.

Wat mij is overkomen is menselijk en kan iedereen overkomen, daarom wil ik nu mijn verhaal delen. Als je in België zegt ik heb een burn-out, dan wordt je uitgelachen.

Nee, ik heb in mijn burn-out tijd nooit getwijfeld aan ons talent. Ik heb heel veel vertrouwen in de toekomst. Ik wéét deze business is moeilijk, de modewereld is hard en ik blijf er volledig voor gaan maar ik bega niet nogmaals de zelfde fout door niet naar mijn lichaam te luisteren waardoor mijn hele lichaam op hol slaat inclusief mijn hersenen. Bepaalde opdrachten brengen nog steeds veel onrust mee, net als het ontvangen van afwijzingen. Maar ik heb geleerd om na een paar dagen intensieve stress rust te nemen, geen afspraken te maken, en iets te doen wat niets te maken heeft met mode en fotografie. Dat kon ik vroeger niet.

Wat betreft mijn herstel heb ik veel aan Kenneth te danken. Hij is de meer teruggetrokken persoon van ons tweeën, ik ben de flamboyante. Toen ik bang van angst was en niet kon werken nam hij het over, zorgde dat het bedrijf overeind bleef. Kenneth heeft mij al die jaren vol liefde ondersteund. Het heeft mij doen beseffen dat hij mijn partner voor het leven is. Deze fotoserie van ons tweeën kwam uit dit gevoel voort.

Interview Georgette Koning, hoofdredacteur MIRROR MIRROR