WEEKEND LONGREAD: MEET THE GUCCI’S
Macht, haat, bedrog, zelfs moord. Ook dat is Gucci. Alles wat je nog niet weet over de Gucci’s.
Macabere afgehakte hoofden, een show op een kerkhof, en wat te denken van dat geschminkte derde oog? Het is dat Alessandro Michele’s ontwerpen voor Gucci altijd zo vermakelijk zijn, anders zou je denken dat hij zijn lugubere inspiratie haalt uit Gucci’s eigen roerige geschiedenis. Vooralsnog zorgt Michele’s ongebreidelde fantasie voor een hysterische Gucci gekte. Maar ligt een Gucci-overkill niet op de loer?
De hegemonie van het Italiaanse merk doet denken aan de jaren tachtig als het modehuis volop profiteert van de heersende merkengekte. Het in elkaar gehaakte Gucci-logo prijkt dan op zo’n tienduizend producten, van T-shirts, kussens tot mokken. De elite laat het merk links liggen en is dan meer onder de indruk van het intellectuele Prada. Gucci is massa, en massa is kassa. Achter de schermen woedt dan al jaren een venijnige Gucci-familieoorlog die zijn weerga niet kent in de modewereld. De roemruchte Medici’s, die andere machtige familie uit Florence, zijn er niets bij.
MACHT & ALLURE
“Je breekt met een traditie, je bent mijn zoon niet meer. Ga weg, ik wil je nooit meer zien!”, briest Guccio Gucci’s vader in 1902 terwijl hij zijn zoon de deur wijst. Eigenlijk is Guccio junior opgelucht. Werken, in wat hij noemt het ‘prutsbedrijf’ van zijn vader, een strohoedenvlechter, trekt hem niet. Hij gehoorzaamt en ontvlucht Florence. Hij vlucht niet alleen weg van zijn tirannieke vader, maar ook van de armoede.
De ondernemende Guccio komt terecht in het Londense Savoy Hotel waar hij als piccolo ziet dat mensen met geld overal worden geaccepteerd. Hij ervaart luxe, ruikt geld, en weet het zeker; hij wil eigen baas worden, een zaak met allure beginnen.
Geïnspireerd door de luxueuze bagage die in het Savoy voorbijkomt, keert Guccio in 1904 terug naar Florence waar hij in de Via Della Vigna een leerzaak opent met luxe hutkoffers, laarzen en zadels. Zijn doelgroep, de elite, vindt de winkel al snel. De zaken gaan crescendo. Minder jubelend: de familiebanden staan onder hoogspanning. Echtgenote Aida herkent in haar man het harde karakter zijn vader. Guccio blijkt net zo’n machtswellusteling. Er komen zes Gucci kinderen, Guccio’s lievelingen zijn Rodolfo en de streberige Aldo, zijn aangewezen opvolger. Eenmaal in de zaak, krijgen beiden aandelen en hebben de grootste plannen. Zo vinden ze de Florentijnse elite te beperkt en openen winkels in Rome en Parijs.
SIGNORA GUCCI
Aldo Gucci trouwt in 1927 met de slimme Olwen Price. Op het moment dat hij de Britse verleidt, is ze hofdame van een Roemeense prinses die als balling in Italië woont. Als Signora Gucci belandt Olwen in een familie waar eer boven alles gaat.
Als in 1937 Gucci een zaak opent aan de Romeinse Via Condotti, drukt Olwen haar stempel op het aanbod met begeerlijke handtassen en door haar ontworpen couture. Handig als Olwen is, fêteert ze de aristocratie met gratis spullen. Menig prinses heeft niet door een wandelende reclame te zijn voor de Gucci’s. Effectief is het zeker.
In de jaren dertig krijgen Aldo en Olwen drie zonen: Paolo, Roberto en Giorgio. Eenmaal betrokken in het bloeiende familiebedrijf, gunnen ze elkaar, en Maurizio - de zoon van oom Rodolfo - het licht in de ogen niet. De enige die het hoofd koel houdt in Villa Gucci in Rome is Olwen. Haar taak als promotor van Gucci ziet ze als volbracht, het enige wat ze wil is rust, en rust in de Gucci-tent. Ze ziet ook dat Gucci’s glans en glorie afneemt. Haar man Guccio ziet het anders, hij doet immers nog steeds geweldige zaken en geniet van zijn leven in de jetset. Kortom, het stel vervreemdt, iets wat Guccio’s beeldschone maîtresse Bruna Palombo goed uitkomt, ze wil niets liever dan trouwen met de machtige, steenrijke Guccio. Echter, de scheidingspapieren worden door een dwarsliggende Olwen nooit getekend. Haar boodschap: “Ik ben de enige Signora Gucci.”
RINKELEND KRISTAL
Als Guccio op 72-jarige leeftijd overlijdt, wordt als eerbetoon het logo met twee in elkaar hakende G’s ontworpen. Het bedrijf komt begin jaren vijftig in handen van zijn zoon Aldo. Zijn kinderen en neef Maurizio delen in de winst. Pais en vree zal het nooit zijn. Tijdens Gucci-familievergaderingen vliegen asbakken door de lucht en breekt duur kristal. Broer Paolo opent in Haïti zelfs eigen Gucci-zaken, zonder succes overigens. Hij klaagt zijn familie twaalf keer aan, hij en neef Maurizio haten de andere Gucci’s. Schandalen en pesterijen zijn schering en inslag. Bloedschande is een vertrouwde Gucci-uitdrukking. Begin jaren tachtig gaat de jacht op het Gucci- directeurschap fanatiek verder. Maar met de allure van Gucci is het nu echt gedaan, Japanners hebben het merk ontdekt en hiphoppers kleden zich in Gucci-kopieën. Zal het ooit lukken om Gucci weer elitair te maken?
GOLDDIGGERS
Als Rodolfo’s zoon Aldo op een dag een testament opduikelt dat hem aanwijst als erfgenaam, schenkt hij zijn belang van vijftig procent aan de ambitieuze Maurizio. De oude Aldo wordt afgezet door Maurizio, die heel slim de gokschulden van zijn neef Giorgio betaalt in ruil voor zijn aandelen.
Maurizio installeert zich in Aldo’s kantoor en haalt diens Picasso’s van de muur. Als uitkomt dat hij het testament heeft vervalst, hangt Aldo de Picasso’s weer terug en kan Maurizio weer vertrekken. Aldo’s zoons verkopen hun aandelen aan hem en het bedrijf komt voor de helft in handen van Investcorp in Bahrein. De Gucci’s en hun vrouwen haten elkaar voortaan nog intenser, maar er is één regel: niet vechten in bijzijn van kinderen en vrouwen. Overigens zijn alle Gucci-vrouwen, op Olwen na die zelf door een Gucci is verleid in plaats van andersom, allemaal golddiggers.
DE AFGROND
In 1986 verlinkt Aldo’s zoon, de haatdagende Paolo, zijn vader bij de belasting. De 81-jarige Aldo belandt voor zes maanden in het gevang wegens belastingontduiking.
Inmiddels aast neef Maurizio weer op het bedrijf. Zijn vrouw Patrizia, golddigger met ingebakken angst voor armoede, moedigt hem aan. Met als motto ‘Meer is beter’, opent Maurizio honderden nieuwe Gucci-verkooppunten. Maar de kwaliteit van de spullen is pover en de winst vloeit weg. In 1993 staat Gucci aan de rand van de afgrond. Bij een reddingsoperatie werkt Investcorp Maurizio uit de zaak. Hij incasseert zo’n 100 miljoen dollar, ruilt zijn vrouw in voor een jong exemplaar en leeft vrolijk verder.
ENTREE TOM FORD
De familie is niet langer de baas bij Gucci. In 1994 stelt Investcorp de Texaan Tom Ford aan als artistiek directeur, hij moet het merk weer begeerlijk maken. Dat lukt, de klasse en luxe zijn weer terug. Gucci is een hype.
In Rome ontpopt Patrizia zich als een ex from hell. Tegen iedereen zegt ze dat ze haar ex dood wenst. Maurizio ontvangt dreigtelefoontjes en scheidingsperikelen worden uitgevochten in de Italiaanse media. Patrizia’s wens komt in 1995 uit als Maurizio wordt doorgeschoten, met dank aan een vriendin die de moord regelt tegen betaling van ruim een half miljoen gulden zwijggeld. Als dit aan het licht komt in 1997, wordt Patrizia als verdachte gearresteerd. Na het proces wordt de weduwe veroordeeld tot 29 jaar cel, ze zit 18 jaar uit en komt in 2016 vrij wegens goed gedrag.
Allessandra en Allegra Gucci, dochters van Patrizia en Maurizio, vangen dankzij een contract getekend voor Maurizio’s moord 300 miljoen gulden. Alessandra Gucci lanceert een luxe handtassenlijn AG Limited Editions, maar sinds 2010 is het stil rond dat merk en de dochters.
In 2017 laat Patrizia weten dat ze hoopt ooit weer aan de slag te gaan voor Gucci. “They need me; I still feel like a Gucci - in fact, the most Gucci of them all”. Ze mag zich dan zo voelen, gezien de moeite die Gucci-eigenaar Investcorp altijd heeft gedaan om alle intriges in doofpot te stoppen, zal haar wens nooit uitkomen. Alhoewel, in de mode geldt: zeg nooit nooit.