WAT GLEN MARTENS ZÓ GOED MAAKT
“Ik doe gewoon waar ik zin in heb.” Glenn Martens heeft het met zijn eigenwijze motto inmiddels ver geschopt. Ik sprak de Belgische modeontwerper precies tien jaar geleden in Amsterdam, waar hij zijn eerste collectie toonde.
Tijdens dit gesprek uitte Martens zijn zorgen over het vinden van verkooppunten. ‘Maar,’ vervolgde hij optimistisch ‘om daarom nou te stoppen?’ Hij zette door. En hoe! Afgelopen januari debuteerde Glenn Martens met een haute-couturecollectie voor Jean Paul Gaultier. Verfrissende, extravagante jurken, maar ook draagbare looks, waaronder een gebleekte oversized jeans gedragen met een verfijnd zijden korset. Als artistiek directeur van Diesel toonde hij in juni zijn eerste, deels duurzame, denimcollectie. Uiterst draagbaar. Martens eigen merk heet Y/Project en heeft een conceptuele insteek. Denk aan broeken met gedraaide pijpen en jassen met meerdere kragen. Klanten die hierin de aandacht trekken zijn Rihanna, Kim Kardashian en Gigi Hadid.
Allround-designer Glenn Martens studeerde in 2008 af aan de Antwerpse Academie voor Schone Kunsten. Hij kon meteen aan de slag als juniordesigner bij Jean Paul Gaultier. Het was dus geen toeval dat de iconische Gaultier hem vroeg om (eenmalig) haute couture te ontwerpen. Martens’ talent werd ook herkend door de jury van de prestigieuze Andam Grand Prix (€250.000).
Glenn Martens, besloot ik, was een designer om te blijven volgen. Ik zag zijn eerste grote vrouwenshow in een kille Parijse tombe, waar de botten van Marie-Antoinette en Lodewijk de Zestiende ooit lagen. Luguber, maar de ‘strenge’ kleding was draagbaar en ingenieus gemaakt. De collectie leverde de verlangde verkooppunten op én de interesse van Renzo Rosso, de oprichter van Diesel, het luxe denimlabel dat in de jaren negentig adverteerde met de slogan ‘For Successful Living’. Want bij Diesel draaide het in die tijd niet alleen om mode. Met advertenties van bijvoorbeeld kussende gaykoppels maakten ze statements. Martens, toen een skateboardende tiener, kocht op zijn 18e zijn eerste Diesel-jeans in zijn geboortestad Brugge, dat hij typeerde als Disneyland. ‘Ik heb er goede herinneringen aan. Mijn vader vertelde over de stad altijd sprookjesachtige verhalen. Zelf hou ik ook van verhalen, als kind had ik al een bibliotheek met boeken over Egypte. Als op school kinderen spreekbeurten hielden over hun kat, koos ik altijd een geschiedkundig onderwerp.’ (Tombe! Marie-Antoinette!)
Terug naar Renzo Rosso, tevens eigenaar van Maison Margiela, Marni, en Viktor & Rolf. De Italiaan benaderde Martens in 2008 voor een eenmalige Diesel-ontwerpklus. De samenwerking moet zijn bevallen, want Martens is er sinds 2020 artistiek directeur. Afgaande op de juichende recensies lukt het hem zeker om het ooit zo populaire denimmerk weer in de spotlights te krijgen. En om jeans in het algemeen te vernieuwen. Net als in de nineties draait het bij Diesel niet enkel om mode, maar is ook duurzaamheid nu een thema. Dat Glenn Martens weigert om grote Diesel-logo’s op kleding te plaatsen, neemt Rosso voor lief. ‘Ik neem de klant serieus’, zegt hij op zijn eigengereide Martens manier.
Tien jaar geleden eindigde ik mijn artikel met ‘die Martens uit Brugge gaat het internationaal wel maken’. Knoop zijn les in de oren: altijd doen waar je zin in hebt.