EVA COPPER: ‘BIJ WAT IK DOE MOET IK GEVOEL HEBBEN’

FOTOGRAFIE: PAUL BELLAART - MAKE-UP: EVA COPPER

‘Vrij zijn! Nooit vastzitten aan regels, want dat werkt verkrampend’, leerde Eva Copper. ‘Je moet altijd voelen en kijken. Met alles trouwens.’ Copper werkt sinds midden jaren tachtig als haar- en make-upartiest. Haar stijl omschrijft ze als ‘rauw en genuine’. ‘Als ik het haar van een model doe, is het resultaat nooit perfect.’ Haar andere passie is eten. Tosti? Of iets met krab? Een exclusief interview met Eva Copper - Tekst: Georgette Koning

OP DE ACADEMIE ‘Wow, dacht ik toen ik op een dag een visagist aan het werk zag. Dat wil ik doen! Ik studeerde visuele communicatie aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam, waar ik ben geboren. Mijn vader had daar een reclamebureau en op zijn aandringen ging ik naar de academie, met de bedoeling om artdirector te worden in zijn zaak. Hij nam me mee naar een klus in Amsterdam waar ik die visagist zag. Ik vond dat zo fáscinerend!

‘Tegen mijn vader zei ik dat ik visagist wilde worden. Het vak artdirection vond ik fascinerend, maar het trok niet voldoende. Al weet ik nu dat ik er wel gevoel voor heb. Als ik op een set sta en vind dat een foto beter is zonder hoofd, dan zeg ik dat tegen de fotograaf. Dat moet kunnen en het is belangrijk, want het gaat mij om het totaalplaatje, niet alleen om make-up en haar. Als ik merk dat mijn inbreng niet wordt gewaardeerd, dan ben ik ook klaar.’

DOEN WAAR IK ZIN IN HAD ‘Ik ben altijd gek van mode geweest. Dat werd versterkt door mijn vriend Alexander (van Slobbe, modeontwerper, red.). We zaten samen op de Vrije School in Kralingen, een middelbare school waar leerlingen zich creatief konden ontplooien in de breedste zin van het woord. Alexander wist dat hij een carrière in de mode wilde. We hadden meteen een klik. Met hem ging ik later naar Parijs, voor de soldes, we hielden van Thierry Mugler, Claude Montana, France Andrevie, Anne Marie Beretta, Kenzo.

‘De Vrije School was fantastisch, ik kon doen waar ik zin in had, er was totale vrijheid. Al deed je niets, dan ging je toch over naar de volgende klas, iets waar ik totaal misbruik van heb gemaakt.’

IS DIT HET? ‘Rond mijn 22ste verhuisde ik naar Amsterdam. Daar ontdekte ik de visagie-opleiding van Dik Peeters. Al voor die opleiding had ik een portfolio vol vrij werk. Ik kon dus al wel wat. Maar bij Dik Peeters dachten ze hier anders over. Ze vonden me de slechtste leerling van de klas. Nee, dat deed niets met mijn zelfvertrouwen. De reden dat ze me slecht vonden sloeg nergens op. Ik had zelf hoge verwachtingen van de opleiding. Maar al snel dacht ik: is dit het? En raakte gedemotiveerd, teleurgesteld. Ik moest me bezighouden met traditionele make-upjes die per se zo en zo moesten worden uitgevoerd. Ik kwam net van de academie en dacht, wat is dat voor geneuzel! En dan keek ik naar het haar en de make-up van mijn lerares, en dacht: en jij moet me vertellen wat ik moet doen?’

VRIJ ZIJN! NOOIT VASTZITTEN AAN REGELS
— EVA COPPER

GEHEEL EIGEN KNIPLEER ‘Van wie ik in die tijd wél veel heb geleerd is Christiaan Houtenbos. Als kapper was hij al internationaal doorgebroken, in Nederland had hij meerdere salons. Hij gaf kapperstrainingen volgens een geheel eigen knipleer. Níet zoals gebruikelijk eerst het haar wassen en dan knippen, maar knippen in droog haar. Belangrijk hierbij: goed kijken. Naar waar iemands kruin zit en naar de persoon. ‘Christiaans organische, speciale benadering paste precies bij mij. Ik ben nog steeds blij dat ik zijn leer heb meegekregen. Vrij zijn! Nooit vastzitten aan regels, want dat werkt verkrampend. Je moet altijd voelen en kijken. Met alles trouwens.

‘Christiaan was een soort geloof, hij stond ergens voor. Als visagist, die ook ‘haar’ deed, kwam ik op sets met een totaal andere visie dan andere haarstylisten. Als ik het haar van een model doe is het resultaat nooit perfect. Het mag niet tuttig zijn. Daarom hou ik van kapsels uit de jaren zeventig met een ‘foutje’, zodat het er heel kwetsbaar uitziet. Dat maakt het zo waanzinnig. Ik hou van dat stijltje, maar ook van punk.

‘Soms, als het past bij een shoot, vraag ik een dag van te voren aan een model of ze met natte haren wil gaan slapen. Dan hoef ik er de volgende dag weinig aan te doen. Ja, soms denken ze weleens dat ik gek ben. Maar het idee is toch leuk?

‘Ik word geboekt vanwege mijn stijl. Zeker, ik heb ook wel tijden gehad dat wat ik deed helemaal niet beviel, ik snapte dan helemááál niet waarom niet. Terugblikkend weet ik, voor mij was dat de ‘verkeerde’ tijd en het ‘verkeerde’ team.’

FOTOGRAFIE: PAUL BELAART - MODEL: KIKI BOREEL

ERG ONZEKER ‘Met mijn eigen uiterlijk ben ik nooit bezig. Of ik mezelf knap vond vroeger? Helemaal niet! Terwijl ik op oude foto’s zie dat ik vroeger écht knap was. Als tiener en twintiger had ik een heel laag zelfbeeld en was erg onzeker. Ik merkte wel dat mannen me leuk vonden, maar snapte niet waarom. Dacht: die mannen zijn gek.

‘Ik groeide op in de punk/new wave-tijd. Had soms blauw en dan weer zwart haar, of een kort opgeschoren kapsel. En altijd rode lippen, verder geen make-up. Als contrast droeg ik mantelpakjes en veel kleding van Alexander.  Verder lekker experimenteren. Héél tuttig als meiden dat niet doen. Heb je zélf geen mening, denk ik dan. Ik kijk daarom ook sceptisch naar tutorials. De norm is daar al jaren: een masker van make-up en lelijke wenkbrauwen.’

GENUINE, MOOI WOORD ‘Mijn slogan is: blijf zo dicht mogelijk bij jezelf. Hoe je dat ontdekt? Eerlijk tegenover jezelf zijn. Afgaan op je eigen smaak en dat uiten. Zodra je je laat onderdrukken komt het er niet genuine uit. Dan is het niet oprecht, puur, authentiek. Genuine. Dat is een ontzettend mooi woord. Genuine is niet te evenaren en het meest eerlijke wat er is. Alles er omheen is smuk en moet weg. Genuine, mooi woord! Klinkt dat niet goed voor de kop?’

DIKKE FOUNDATIONS ‘Wat ik vroeger als visagist had aan make-upspullen was een zooitje. Toen ik begon, bestonden er nog geen make-upproducten voor professionals. Zelf kocht ik dure merken zoals Yves Saint Laurent en later Shiseido. Foundations waren hele dikke substanties. Lelijk, we noemden het cake. Liever niks gebruiken dan zo’n dikke laag, dacht ik. Toen M.A.C Cosmetics uitkwam met Face & Body was dat echt een uitkomst. Voor die tijd gebruikte ik als het nodig was Dermacolor, een camouflage-product van Kryolan, een theatermake-upmerk. Eigenlijk gebruik ik dat nog steeds.   In tegenstelling tot mijn collega’s, kom ik niet op set met een enorme koffer, al mijn make-uppies passen in een reistas. Ik kom daar prima mee weg.’

BAM & GADVERToen ik in de jaren tachtig begon met werken, had ik, omdat er geen serieuze concurrentie was, bam! meteen werk. Een van mijn eerste en vaste klanten was Viva, een weekblad. Ik was zo jong, zo naïef. Net uit het ei. Daarna volgde Avenue. Zodra een blad uitkwam met een productie waaraan ik had meegewerkt, rende ik toen nog naar de winkel. Sinds de opkomst van social media doe ik dat niet meer.

‘Later werkte ik voor Elle, Marie Claire, Vogue en het meest geweldige blad dat niet meer bestaat: Elle Girl. Té gek. Alles mocht en kon, net als bij Mirror Mirror nu.

‘Ik heb me vroeger nooit laten beïnvloeden door andere make-upartiesten. Wel genoot ik van beautycampagnes, die van Dior Beauty en Serge Lutens vond ik heel mooi. Ik heb altijd mijn eigen ding gedaan. Soms vonden mensen mijn ideeën extreem. Zo smeerde ik al dertig jaar geleden glanzend vet op de oogleden van een model. Ik hoor het team nóg zeggen: gadver, wat is dat? Ik antwoordde: moet je zo maar eens opletten, het werkt als een tierelier.

‘Ik omschrijf mijn stijl als rauw. Ik ben niet iemand die úrenlang werkt aan een make-up, en bij wat ik doe moet ik gevoel hebben.’

SEXY BLOSJE ‘Modellen met wallen vind ik heerlijk. Als een fotograaf ze ‘weghaalt’ met bepaald licht, dan vind ik dat jammer. Ik weet ondertussen behoorlijk veel van de werking van licht; als het vlak is, of overbelicht en ik vind dat saai, dan zeg ik daar wat van. Als een model poseert met een geijkte ‘commerciële’ blik, zeg ik: wees jezelf, en blijf jezelf. Zodra modellen een laagje make-up op hun gezicht krijgen gaan ze zich anders gedragen.

‘Ik hou niet van het transformeren van een model. Soms komen modellen binnen met een blosje van de kou op de wangen, heel puur en sexy. Dan verander ik niks. Als het haar al goed zit, dan doe ik ook geen haar. Simpelweg omdat op dat moment alles klopt. Er zijn klanten die dat waarderen, dat er niks gebeurt. Ze snappen dat het met meer ‘gedoe’ niet mooier wordt. Ja, dat klinkt bijzonder voor een make-upartiest, maar soms heeft de naakte waarheid iets ontwapenends. Dan moet je niets toevoegen. Een van mijn favoriete modellen, Kiki Boreel, krijgt nooit make-up van mij. Niets. Wat een fotograaf hier van vindt? Paul Bellaart waardeert dat, en er zijn meer hoor! Ik hou van modellen met een ontwapenende, beetje brutale blik. Ja, quirky modellen vind ik leuk.’

LOL & ZÓ VERLIEFD ‘Een carrière opbouwen in het buitenland heeft me nooit getrokken. Toen Alexander doorbrak in Parijs met zijn mannenmerk So, werkte ik af en toe voor zijn shows.

‘In New York was ik aangesloten bij een agentschap. Lang ben ik daar niet gebleven, ik had een vriend en was zó verliefd en wilde naar huis. Maar ik had ook snel door dat je in New York veel concessies moet doen om de top te bereiken. Interessant aan werken in het buitenland is dat er veel geld valt te verdienen.

‘In mijn vak komt het ook voor dat iemand ambassadeur wordt van een bepaald haar- of make-upmerk. Ook dat heb ik nooit gedaan, want vanwege de verplichtingen die daar bij horen heb ik me nooit willen binden aan een merk.  Er was een periode dat ik andere dingen belangrijker vond dan mijn werk. Veel uitgaan, lang leve de lol, lalala. Maar wat er ook gebeurde, afspraken kwam ik altijd na. 

‘Uitgeblust na al die jaren? Nee, ook niet. Ook druk heb ik nooit gekend, een enkele keer ben ik zenuwachtig voor een campagne. Dat is dan van opwinding, gaat het lukken? Maar stress? Nee, terwijl ik echt een stresskip ben, een neuroot, maar dat heeft meer te maken met mezelf. Mentaal ben ik sterk. Ik heb best wel veel meegemaakt, weet je wel.’

HET GROTE ZWARTE NIETS ‘In 2018 werd een agressieve vorm van leukemie vastgesteld, mijn overlevingskans was 2%. Ik had meteen zoiets van púh. Kan zijn dat ik op dat moment niet helemaal besefte wat er aan de hand was, waardoor ik me mentaal sterk voelde. Doodgaan is het grote zwarte niets en daarom dacht ik: nou en? Heel stoïcijns. Dat was, wat dat betreft, een goede eigenschap. Ik had ook iets van het is wat het is, ik ga niet zitten janken, ik ga lekker door. Anderzijds had ik ook zoiets, als ik dood ga, ga ik dood. Ja, eerder dan anderen.

‘Op een gegeven moment had ik mijn eigen habitat in het ziekenhuis. Dat was prima en gezellig via taart.nl bestelde ik vaak taart voor iedereen. Ik genas, de doktoren noemden mij het wondertje van de afdeling. Ik wist dat ik wilde genieten van het leven en verkocht mijn huis op Ibiza. Het geld gaf vrijheid.

‘Nadenken over werk deed ik niet tijdens mijn ziekte, werk was totaal onbelangrijk geworden. Ik was zo’n jaar bezig met de ziekte. Toen ik alles weer op de rit had, werd ik meteen weer gevraagd voor werk. Maar toen begon corona. Ik was net uit mijn eigen quarantaine, ik had geen weerstand door de chemo’s. Het was prima.’

ABSOLUTE CRAB ‘Naarmate ik ouder wordt, heeft mijn plan om iets in de horeca op te zetten serieus vorm gekregen. Al een jaar of 25 jaar geleden leek het me leuk een barretje te beginnen. Mijn toenmalige man zat voor zijn werk vaak in Azië. Ik werkte soms in Amerika of Nederland. Met onze verschillende agenda’s was het logistiek gezien onmogelijk iets op te zetten. Toen mijn man stierf was ik daarna bezig met overleven en liet het horeca-idee varen. Maar van het idee dat ik al had, Absolute Crab, heb ik de domeinnaam laten vastleggen en gepatenteerd: absolutecrab.com. Geïnspireerd op Joe’s Stone Crab in Miami Beach. Het plan is ooit ergens een Absolute Crab snackbar te openen.

‘Mijn werk is sinds mijn ziekte wel iets minder belangrijk geworden. Er is meer in het leven dan werk, maar ik vind het nog steeds geweldig leuk om te doen.’

Haar- en make-upartiest Eva Copper wordt vertegenwoordigd door House of Orange. Instagram: @evacopper

FOTOGRAFIE: PHILIPPE VOGELENZANG VOOR MIRROR MIRROR

Vorige
Vorige

Leilanni Todd: ‘Ik ben geobsedeerd door beeld’

Volgende
Volgende

SPANNENDE MODE UIT QUEER PARIS